Wat maakt de Ragdoll zo bijzonder?

De Ragdoll is een kattenras dat niet alleen opvalt door haar uiterlijk, maar vooral door haar karakter. Wie ooit met een Ragdoll heeft samengeleefd, zal het herkennen: deze katten zijn zachtaardig, aanhankelijk en opvallend sociaal. Ze zoeken contact met hun mensen, volgen je van kamer naar kamer en gaan vaak rustig ergens in de buurt liggen – gewoon om erbij te zijn.
Het ras is relatief jong. In de jaren zestig werd de Ragdoll in Amerika ontwikkeld vanuit een witte huiskat met opvallend relaxed gedrag. Die eigenschap is gebleven: Ragdolls staan bekend om hun kalme aard. Ze zijn vriendelijk tegen kinderen, schrikken zelden van harde geluiden en laten zich meestal makkelijk hanteren. Ze hebben weinig jachtinstinct, klimmen niet overal op, en zijn eerder nieuwsgierig dan angstig.
Wat ook direct opvalt aan de Ragdoll is het uiterlijk. Ze hebben een halflangharige, zachte vacht die niet snel klit, en opvallend blauwe ogen. De kleuren en patronen verschillen – van licht crème en seal tot blue, lilac of mink – maar het zijn vooral de expressie en het rustige voorkomen die indruk maken.
Een Ragdoll past goed bij mensen die op zoek zijn naar gezelschap in huis. Ze zijn het liefst bij je in de buurt en kunnen minder goed tegen lang alleen zijn. Hun aanhankelijkheid doet soms denken aan honden, maar dan zonder blaffen. Tegelijk zijn ze onafhankelijk genoeg om hun rust te nemen wanneer ze daar behoefte aan hebben.
Wat de Ragdoll voor velen zo bijzonder maakt, is de combinatie van uiterlijk en karakter: een elegante verschijning met een hart van goud. Niet opdringerig, maar wel betrokken. Niet nerveus, maar juist kalm en stabiel. Wie eenmaal voor een Ragdoll valt, blijft vaak voor het leven fan van het ras.